Overslaan en naar de inhoud gaan

Planten en anticonceptie

In gesprek met artistiek onderzoeker Wendy Morris

Wendy Morris (°1960, Namibië) onderzoekt in het Middelheimmuseum hoe kennis over plantaardige anticonceptie eeuwenlang clandestien werd doorgegeven. Aan de basis van haar onderzoek ligt een schrijnend persoonlijk verhaal van de voorouders. Curator Pieter Boons sprak met de kunstenaar over de vele thema’s in haar werk: over onze verloren relatie met planten, over anticonceptie, taalverlies en slavernij.

 

The Company

Pieter Boons: Eerst even over jezelf. In je artistieke praktijk werk je niet vanuit je eigen naam, maar als ‘The Company’. Hoe moeten we ons die voorstellen?

Wendy Morris: Ik beschouw ‘The Company’ als een gezelschap, een collectief. Tijdens de ontwikkeling van mijn project ‘Nothing of Importance Occurred’ sinds 2018 besefte ik dat ik de verhalen die ik onderzocht vanuit meerdere perspectieven wilde vertellen. Daarom werk ik als collectief, met verschillende fictieve identiteiten en elementen samen. 

Muriel
Een eerste persoon in dit collectief is Muriel, als 'Afgezant van het Verleden'. Dit personage bedacht ik vijf jaar geleden al, toen ik besloot geen werk meer te maken onder mijn eigen naam. Muriel is een identiteit die samengesteld is uit drie historische Muriels in mijn persoonlijke familiegeschiedenis. 

Wandering Womb
Daarnaast heb je de figuur van de 'Wandering Womb' (Dwalende Baarmoeder). Die kwam naar voren toen ik me verdiepte in oude kruidenboeken en geschriften over gynaecologie die teruggaan tot de tijd van Dioscorides en de oude Grieken. Vaak beschreven die boeken het vrouwelijk lichaam als 'defect': de baarmoeder was een soort dwalende demon in het lichaam, voortdurend op zoek naar vocht. Ze kon niet worden verdreven, en alleen worden bevolen om terug te keren naar haar plaats. Maar ik dacht: als die baarmoeder wil reizen, laat haar dat doen! Zo kwam ik op de Dwalende Baarmoeder. 

Orlando Praeternaturalis
Een derde figuur, Orlando Praeternaturalis, ontstond vlak voor de lockdown van 2020. Ik had toen een atelier in 't Gasthuys in Aalst en werkte aan een Aalsters herbarium voor de tuin van het museum. Gezien het toenmalige politieke klimaat wilde ik niet publiekelijk bekend maken dat dit herbarium uitsluitend bestond uit abortieve planten. Het leek me verstandig om op twee niveaus te werken: het ene openlijk – geneeskrachtige planten – en het andere heimelijk – de abortiva. Wendy was de publieke herborist, Orlando werd de geheime plantkundige. 

Wendy Morris
Wendy Morris

De gruwel van de VOC

Tegelijk verwijst The Company expliciet naar de beruchte Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Die Nederlandse handelsvereniging richtte in de 17de eeuw heel wat gruwel en geweld aan in overzeese gebieden. Waarom die belangstelling voor de VOC?

Ik begon me te verdiepen in mijn verre voorouder Maaij Claesje. Zij was een Angolese vroedvrouw die in de 17de eeuw tot slaaf gemaakt was door de VOC, en als één van de 500 gevangenen aan boord van een Portugees slavenschip van Luanda naar Bahia in Brazilië voer.

Dit schip werd onderweg gekaapt door een andere vloot van de Nederlandse Oost-Indische Compagnie, die best wat slaven kon gebruiken. De kapitein bracht 250 gevangenen over aan boord van zijn eigen schip en voer verder naar Kaap de Goede Hoop.

Het centrale bestuur van de VOC stond erop dat de sterkste gevangenen doorgestuurd werden naar hun Batavia, het huidige Jakarta. De zwakkere slaven, meestal kinderen, werden dan op de Kaap achtergelaten. Claesje was toen 12 jaar oud. Ze zou later tot in de 80 worden, en bracht bijna haar hele leven door in de slavenhut in Kaapstad.

Maaij Claesje van Angola

In je processie gaat veel aandacht naar Maaij Claesje. Hoe heb je haar als voorouder kunnen traceren?

Enkele jaren geleden startte ik mijn project ‘Points of Departure’. Ik wilde begrijpen waarom mijn voorouders Europa verlieten om naar Zuid-Afrika te migreren. Was dit hun eigen keuze of werden ze ertoe gedwongen? Ik was niet zozeer geïnteresseerd in de afzonderlijke verhalen, maar eerder in de demografie van die tijd. Waarom migreerden zoveel mensen uit Europa? 

Op mijn familiestamboom, die terugvoert tot de 17de eeuw, was er slechts één 'onbekende' vrouwelijke voorouder. Waarom had deze vrouw geen naam? Ik wist dat haar dochter Sara van Gijselen heette, dus zocht ik haar op op online genealogische websites. Daar verschijnt ze als Sara van de Kaap, 'de Kaap' verwijst naar personen die in een slavenhut zijn geboren. De naam van haar moeder stond erbij: Maaij Claesje van Angola.

Ik vond vrij snel drie documenten die betrekking hadden op Claesje. Het eerste was het verslag van hoe ze naar de Kaap was gebracht. Het tweede was een dagboekfragment van een VOC-ambtenaar op de Kaap. Die schreef over haar overlijden in 1731: "Vandaag gebeurde niets van belang. Een oude slavin, Maaij Claesje, stierf in de slavenhut."

Dat ‘niets van belang gebeurde’ werd de algemene titel van mijn projecten, ik besloot het tegendeel te bewijzen. Het derde document was het belangrijkste: het onthulde dat Maaij Claesje vroedvrouw was geweest in de slavenhut en ermee had ingestemd naar Jakarta te reizen om een ​​Nederlandse vrouw te helpen bij de geboorte van haar kind. Ze eiste en kreeg haar emancipatie voor het verstrekken van die dienst. Het liet een glimp van keuzevrijheid van Maaij Claesje zien.

Wendy Morris en Pieter Boons
Wendy Morris en Pieter Boons

De kracht van vroedvrouwen

Maaij Claesje krijgt in de processie een bijzondere banier. Hoe belangrijk is haar rol in de processie?

Het verhaal van Maaij Claesje vormt de kern van het hele project. Ik begon mijn onderzoek naar de geschiedenis van anticonceptieve en abortieve planten met een poging me voor te stellen wat Maaij Claesje, een tot slaaf gemaakte vroedvrouw in de 17de eeuw, wist. Omdat er geen verhalen zijn bewaard van tot slaaf gemaakte mensen in Zuid-Afrika moeten we speculeren. Wat had een vroedvrouw in die tijd kunnen weten? Wat zou een tot slaaf gemaakte vroedvrouw moeten weten? Zij werden gedwongen tot seksuele ontmoetingen die niet hun keuze waren, dat is duidelijk. Maar welke keuzevrijheid hadden ze misschien wél om te voorkomen dat er een kind ter wereld kwam, dat ook tot slaaf zou worden gemaakt? Dat is de centrale vraag in het project.

Het heeft vier jaar geduurd om een ​​werk te maken dat haar naam draagt. Want Maaij Claesje van Angola is niet haar echte naam. Ze zou de naam ‘Claesje’ gekregen hebben toen ze als slavin op de Kaap aankwam. ‘Maaij’ zou later zijn toegevoegd toen ze al een oudere vrouw was. Het additief ‘van Angola’ werd gegeven aan alle meegebrachte gevangenen. Deze processie lijkt me een goede context om haar identiteit op een banier te visualiseren. Misschien kan de banier ook achteraf worden gebruikt om gesprekken over de aangekaarte thema’s op gang te brengen.

 

We hadden het al over voorouders. Je zei dat je niet zozeer geïnteresseerd bent in wie ze precies waren, maar wel in de voorouderlijke kracht en hoe we die vandaag kunnen gebruiken. Wat betekent dit? Waarom is Maaij Claesje zo cruciaal?

Sinds ik me verdiep in familiegeschiedenissen, heb ik het gevoel gekregen dat voorouders niet enkel deel uitmaken van een verleden tijd. In plaats van een lineair tijdsbegrip denk ik eerder aan verstrengelde tijden. In mijn thuisstudio zijn mijn voorouders heel aanwezig, in de vorm van brieven, documenten en foto's. De entiteiten van The Company zijn ook amalgamen van figuren uit verschillende tijdperken.

Ik ben opgegroeid als blanke Zuid-Afrikaanse, we hadden een andere (meer westerse) omgang met voorouders dan zwarte (Zuid-)Afrikanen. Opgaan in The Company geeft me een kans om een relatie met deze voorouders aan te knopen. Ik voel ook dat het verhaal van Maaij Claesje nog niet ten einde is, en doorleeft vandaag.

"We zijn vandaag vergeten hoe planten vroeger álles voor ons betekenden."
— Wendy Morris

Een herbarium voor het Middelheimmuseum

Je onderzoek in het museum draagt de titel: ‘A Middelheim Herbal for a Midwife’ (Een Middelheim-kruidenboek voor een vroedvrouw). Een kruidenboek is een encyclopedie van verzamelde kennis over planten. Waarom wil je die plantenkennis activeren?

Omdat we blind zijn geworden voor planten. We hebben vandaag een heel vreemde relatie met planten. Kijk naar onze tuinen: mensen potten gewoon wat in de kwekerijen beschikbaar is. Er zit geen logica in hoe mensen planten behandelen, ze dienen enkel nog als decoratie. We fantaseren maar over hoe we denken dat een tuin eruit zou moeten zien. Er is geen betrokkenheid meer, we zijn vergeten hoe planten vroeger álles voor ons betekenden

Vroeger gebruikten we planten om onze huizen te bouwen, ze waren ons medicijn en voedsel, we maakten er touwen van. We moeten zo'n hechte band met planten hebben gehad! Maar deze relatie zijn we kwijtgeraakt, vandaag neemt de industrie al deze taken over. Het is heel moeilijk om deze relatie weer op te bouwen, maar dit maakt deel uit van mijn ambitie met dit project.

Ik wil opnieuw een interesse aankweken: planten zijn onze metgezellen. We delen een zeer lange geschiedenis samen. Ik kweek nogal wat planten voor dit project, specifieke planten met een specifieke geschiedenis. Die specificiteit van planten wil ik opnieuw introduceren.

Onderzoek Wendy Morris
Onderzoek Wendy Morris

Artistiek onderzoek

Je bent kunstenaar-onderzoeker. Hoe gaat dit precies in zijn werk? Je stippelt een onderzoeksgebied uit, hoe ga je aan de slag en beslis je over het eindresultaat? Als je werkt aan bijvoorbeeld een film, dan weet je wat het eindresultaat wordt. Maar met onderzoek gaat het anders. Op welk moment in je proces werd duidelijk dat je een processie wilde maken en hoe beïnvloedde dat je manier van werken? 

Onderzoek en creatie zijn nauw aan elkaar verwant, ze overlappen elkaar voortdurend. Het is daarom belangrijk dat het proces heel langzaam verloopt, zodat ideeën gaandeweg beginnen nuanceren. Dat was al zo toen ik aan geanimeerde films werkte. Ik kon me plots realiseren: nee, dat is het niet, het moet dít zijn. Zo ontstaat langzamerhand een zekere focus.

Werken aan de processie volgt een soortgelijk traject. Tijdens het onderzoek naar planten die in het park van het Middelheimmuseum groeien en medicinale en abortieve of anticonceptieve eigenschappen hebben, dacht ik voortdurend na over de elementen die ik in de afsluitende processie kon gebruiken. En toen ik aan de banieren voor de processies werkte, ging ik tegelijk ook door met het onderzoek naar de planten.

Wendy Morris, 'Radio Hush Hush' (detail)
Wendy Morris, 'Radio Hush Hush' (detail)

Radio Hush Hush

Op 24 juni organiseer je een processie met banieren in het Middelheimmuseum. Eén van de belangrijkste ideeën achter de ​​processie, was om je werk Radio Hush Hush naar buiten te brengen. Kan je dit werk toelichten? Eigenlijk is ook deze versie een nieuwe uitvoering van een bestaand werk.

Ik maakte dit werk tijdens de lockdown voor een tentoonstelling in Netwerk Aalst. Het is opgevat als een clandestien radiowerk: in zes vinkenkooien klinken vrouwenstemmen, die fragmenten van recepten en remedies over anticonceptie fluisteren.

De kennis die in het werk wordt overgedragen, over abortus door planten, is opzettelijk fragmentarisch. De informatie die het onderzoek opleverde, mist vaak cruciale elementen: specifieke doses, het deel van de plant dat moet worden gebruikt, de methode van extractie, het tijdstip van oogsten, verhalen van degenen die de remedies nodig hadden … Die kennis was er vroeger wel, bij degenen die de planten kweekten, verzamelden, voorschreven of gebruikten. Ik wilde deze kennis weer in omloop brengen, maar het moest clandestien zijn, aangezien er nog steeds situaties of contexten zijn waarin abortus niet openlijk kan worden besproken. 

 

En die gefragmenteerde kennis klinkt uit de vinkenkooien?

Precies. De vorm van Radio Hush Hush bootst bestaande clandestiene radio-uitzendingen na. Daarin werd de informatie net op een bepaalde manier gecodeerd: met zoemen en piepjes, een volksmelodie, of voorgelezen reeksen getallen ... 

Het werk is geïnstalleerd in zes vinkenkooien die hier in België gebruikt worden bij vinkenzetting. Ik wilde al lang een werk maken dat aansluit bij deze praktijk waarbij vinken gevangen worden gehouden om deel te nemen aan zangwedstrijden. De vogels kunnen niet uit de kooien kijken - ze werden vroeger zelfs fysiek blind gemaakt - en strijden met de frequentie van hun roep. Hoe meer ze ‘suskewiet’ zingen, hoe meer punten. Maar deze vogels hebben regionale accenten. Vinken die niet in Vlaanderen opgroeien, zingen geen ‘suskewiet’ op het einde. Buitenlandse vogels moeten dit dus aanleren.

Precies daarin zag ik een raakvlak met discussies over migratie en noties van gedwongen assimilatie. Meer zelfs: ik dacht daarbij aan slavernij in de 17de eeuw, het transport naar een vreemde omgeving en het daaropvolgende taalverlies. In de Kaap werden tot slaaf gemaakte mensen gelabeld met hun plaats van herkomst en vervolgens opzettelijk gescheiden van anderen uit dezelfde regio, zodat ze niet konden samenspannen. Van de vele 'verloren' talen die naar de Kaap werden gebracht, kwam het Afrikaans uiteindelijk naar voren als een gemeenschappelijke taal met elementen van vele talen. De vinkenkooien kan je beschouwen als metaforen voor beknelling en verloren talen.

Link met de processie

Als je Radio Hush Hush naast de processie legt, welke elementen kunnen we dan visueel of conceptueel herkennen in beide werken?

Mijn eerste idee was om Radio Hush Hush in de zomer in Het Huis te brengen, en in de winter weer naar binnen te halen. Deze beweging zou kunnen worden geritualiseerd in een processie. Maar ik realiseer me dat het werk nogal cryptisch is, en in een plek als het Middelheimmuseum, waar je een divers publiek hebt, leek het me interessanter om specifieke elementen uit te spelen in de vorm van een processie.

Mensen die de processie meemaken en daarna naar Radio Hush Hush luisteren, zullen de verschillende elementen begrijpen: het gaat over planten, over kennis rond anticonceptie, over taalverlies, over slavernij. Ze zijn dan beter voorbereid om goed te luisteren en ermee bezig te zijn. De serie ‘Deugden’ in de banieren, en alle levende planten die we meedragen in de processie, worden allemaal genoemd in Radio Hush Hush.

Banieren voor de processie
Banieren voor de processie

Performatieve processie in het museum

Het kostte je behoorlijk wat tijd om je afsluitende performance ‘een processie’ te noemen. Is het een bewuste strategie om naar deze oude traditie te verwijzen en er een nieuwe betekenis aan te geven?

Iedereen heeft wel een idee van wat een processie is. De meeste mensen in België hebben er al één meegemaakt, waarschijnlijk dan een religieuze processie. Als referentie koos ik de Suffragette-processies vanaf het begin van de 20e eeuw. Toen opperde Veerle Meul, hoofd collecties van het Middelheimmuseum, dat er nog veel oud katholiek processiemateriaal bestaat, dat allang buiten gebruik is en in kerktorens stof zit te vergaren. Ik kreeg de kans dit religieuze materiaal in mijn processie te herwerken, en daarmee een nieuwe ​​esthetiek te creëren, los van hun herkomst.

 

Welk effect hoop je met de processie te bereiken op het publiek?

Daar denken we nog over na. Er zijn spandoeken die verwijzen naar plantenkennis, andere naar mensen. Er zijn levende planten en er lopen heel wat vrouwen mee. Het gecumuleerde effect zou een verzameling van verhalen en geschiedenissen moeten zijn die samensmelten met het park van het Middelheimmuseum zelf. Ik wil dat de processie verrast en prikkelt, dat ze op onverwachte manieren de aandacht op het park vestigt. Ik hoop ook dat de deelnemers aan de processie zich verbonden voelen met het park, de planten en de geschiedenis.

 

Je nodigde ook de dramaturg Tundé Adefioye uit. Waarom hij precies, wat is zijn rol in het geheel?

Ik wilde al een tijdje met Tundé werken. Hij werkt rond de uitvoering van het gesproken woord, en dit gesproken woord als vorm van overdracht van plantenkennis is een belangrijk onderdeel van het project. Ik wilde ook werken met een dramaturg die een globaal begrip heeft van de betrokken geschiedenissen. En vond het ook belangrijk dat Tundé zich inzet om vergeten verhalen zoals dat van Maaij Claesje aan het licht te brengen. Dat is net zo belangrijk als te begrijpen hoe plantenkennis die vrouwen ten goede kwam, door de eeuwen heen buitenspel is gezet. Maaij Claesje staat centraal in het project, het plantenproject is ontstaan ​​uit een verlangen om het gebrek aan verhaal rondom haar te herstellen.

"De rijkdom van Europa is gebaseerd op elders gevestigde slavernij. In mijn werk probeer ik dit voortdurend voor ogen te houden."
— Wendy Morris

Belangrijke speculatie

Dat doet me denken aan wat je eerder zei, dat er een hele geschiedenis is van tot slaaf gemaakte mensen die geen sporen hebben, zonder archief, zonder representatie. Daarom komt het speculatieve aspect naar voren: we moeten nadenken over wat we kunnen vertellen, doen en zien over deze verhalen.

Dat klopt. En ik denk ook aan het feit dat Zuid-Afrika gebouwd is op slavenarbeid en een slavocratie was. Hier wordt zeer zelden over gesproken. Mensen praten over apartheid, maar kijken niet verder terug naar het begin van het blanke kolonialisme daar. Dit is iets wat ik in het gesprek wil houden. De rijkdom van Europa is gebaseerd op elders gevestigde slavernij, dit is een gewelddadige keerzijde waar niet vaak over gesproken wordt. In al mijn werk probeer ik dit voor ogen te houden.

 

Tot slot vraag ik me af: als we over 75 jaar een folder vinden met jouw naam erop, wat zou daar dan in staan? Wat zal er nog bewaard zijn in de museumarchieven?

Ik maak me niet zo druk over later, over dingen die blijvend zijn. Ik denk dat we moeten handelen in het heden. Als ik door het kunstpark wandel, zie ik veel werken die zo blijvend lijken in vorm, materiaal of idee. Het is de bedoeling dat ze blijven. Ik ben veel meer geïnteresseerd in het maken van werken die vergankelijk zijn.

 

Maar hoe strookt dit dan met je gewoonte om een dagboek bij te houden? Voor wie schrijf je het allemaal op?

Ik denk dat ik die geschriften ooit mee zal moeten begraven. Ik wil ze aan niemand nalaten, dat is zo'n last voor iemand. Er is een gezegde: als je in je dagboek schrijft, schrijf je aan je toekomstige zelf. Maar eigenlijk zijn mijn dagboeken een manier om gedachten en ideeën te verwerken. Ze zijn niet echt persoonlijk en ik ben me er ook altijd van bewust dat iemand anders ze zou kunnen lezen, dus ik schrijf op een manier die hopelijk niet schadelijk is voor wie dan ook of voor mezelf. Ik denk dat je niet kunt doen alsof je je niet bewust bent van een lezer als je een dagboek schrijft.

 

Erg bedankt voor dit fijne gesprek.  

 

10 mei 2023

 

Wendy Morris
Wendy Morris

Bekijk de video van de processie