Laat onze kunst je raken, niet andersom
Waarom mogen we de kunstwerken niet aanraken?
Wat zien de sculpturen in het kunstpark er toch verleidelijk uit! Zeker als het zonnetje er mooi op schijnt. Maar de beelden aanraken, mag niet. Waarom we hier zo streng in zijn, legt Veerle Meul, hoofd collecties, uit.
Aanraken is verleidelijk
Natuurlijk begrijpen we dat je bepaalde kunstwerken zou willen aanraken. Fysiek contact maken is menselijk. Het park nodigt je ook uit om je volledig vrij te voelen. Sommige bezoekers vergeten daardoor bijna dat ze in een museum rondwandelen.
Maar als museum is het onze taak om de kunstwerken goed te bewaren voor onze kinderen en kleinkinderen. Daarom moeten we erop toezien dat de beelden niet worden aangeraakt. Dat lijkt soms vreemd. Want de beelden staan buiten, in weer en wind. Vogels doen er hun behoefte op, bladeren of takken waaien er soms tegenaan. Wat kan zo’n vinger dan voor kwaad?
Wel, helaas heel veel. Zelfs kleine schade die continu gebeurt, is op lange termijn schadelijk. Het slorpt ook veel tijd en geld op voor onderhoud en restauratie. We spenderen elk jaar wel 20 procent van ons werkingsbudget aan restauraties, poetswerk en onderhoud.
Vingerafdrukken: allesbehalve onschuldig
Vingerafdrukken zijn allesbehalve onschuldig. Ze bevatten natuurlijke oliën, zouten en vuil, en die gaan niet vanzelf weg. Hoe langer ze ergens blijven zitten, hoe moeilijker ze eraf gaan. Vandaar dat ze zo interessant zijn bij politieonderzoek.
De afdrukken trekken ook ander vuil aan en maken de beelden donkerder. Het kost veel moeite om ze grondig weg te poetsen, met speciale conserveringszeep of dure producten. Inox, zoals bijvoorbeeld Never Mind van Richard Deacon, moeten we voortdurend poetsen met een speciaal product. Beelden in brons en marmer krijgen een beschermende waslaag mee. Toch moeten we zelfs dan elke vingervlek snel wegpoetsen. Anders kunnen ze zich in het metaal etsen. Dan moet je een laagje van het metaal polijsten of schuren.
Het ergste zijn handen met zonnecrème. Die sporen krijg je er niet meer uit door te poetsen. Vooral bij zwart gelakte kunstwerken is dat een probleem. Zo dragen Flat field works variant #2 van Andrea Zittel en De hond van Alexander Calder allebei onuitwisbare zonnecrème-handjes.
Soms moeten deze kunstwerken zelfs naar een atelier om daar opnieuw gestraald en gelakt te worden. Dat kost niet alleen veel tijd en geld. Het publiek moet die lievelingswerken dan ook lang missen.
Alle materialen zijn kwetsbaar
Hoe stevig de buitensculpturen ook lijken, elk materiaal is kwetsbaar. Vooral als je ze op dezelfde plekken aanraakt. Bronzen beelden verliezen hun kunstmatig aangebracht patina. Sommige naakten hebben gepolijste borsten – het resultaat van grijpgrage bezoekers. Vraag maar aan de Venus Victrix van Renoir.
Je hebt ook mooi gepolijste oppervlakken, zoals de Eindeloze Kronkel van Max Bill, of delen van de sculptuur van Francesco Somaini. Wanneer die zo mooi blinken in de zon, wil je er inderdaad even aan voelen. Maar dat veroorzaakt dan doffe plekken waardoor we het beeld opnieuw moeten polijsten en dus een laagje materiaal verwijderen.
Ook sculpturen in steen lijden onder aanrakingen. Als je steen herhaaldelijk aanraakt, polijst je het oppervlak en wordt het donkerder.
In kunststof komen dan weer krassen en zelfs gaten omdat bezoekers er soms op kloppen om te weten van welk materiaal ze gemaakt zijn. Kunststof is niet robuust, er moet dus altijd een waterdichte lak of coating op. Het kleinste krasje kan snel groter worden en op termijn water binnenlaten ... Dat zien we niet graag gebeuren natuurlijk.
Poseren op kunstwerken
Soms blijft het niet bij aanraken alleen. Een van de publiekslievelingen is de IJsbeer van François Pompom. Niet alleen kinderen kruipen erop. Op Instagram zien we zelfs volwassenen op de ijsbeer poseren! Dat is de bedoeling niet: sculpturen zijn geen speeltuigen.
Zo zijn er wel meer incidenten geweest. Ooit kropen enkele bezoekers op de – nochtans heel breekbare - spoken van Szukalski. De grote glanzende rode bol Yayoi van Corey McCorkle is nog steeds in restauratie nadat er zoveel mensen aan krabden en er zelfs iemand over rolde.
Vaak kunnen de fundamenten van een kunstwerk wel tegen een stootje, maar de broze delen veel minder. We bewaren in het depot een doos vol afgebroken staarten, vingers en andere uitsteeksels van beelden, die bezoekers al dan niet per ongeluk hebben afgebroken.
Ook voor de eigen veiligheid is het niet slim om op de sculpturen te kruipen. Sommige kunstwerken hebben gevaarlijk scherpe randjes. Andere bevatten giftige producten door natuurlijke processen, zoals het groene corrosieproduct op brons en het witte poeder op lood. Ook wij doen onze handschoenen aan wanneer we deze kunstwerken een onderhoudsbeurt geven.
Niet van ons
Wist je ook dat heel wat kunstwerken die je ziet, niet van het museum zelf zijn? Het zijn dan bruiklenen van privé-personen, van andere musea of van de Vlaamse overheid. Zij veronderstellen dat wij daar op een professionele museale manier voor zorgen, en elk werk dus goed beschermen.
De grote gouden schildpad van Jan Fabre op de zeedijk in Nieuwpoort trekt elke zomer massa’s mensen aan. De politie heeft zelfs boetes uitgegeven aan passanten die het beeld aanraken, om het beeld te beschermen. Zover willen wij natuurlijk niet gaan. Wij rekenen op een volwassen, respectvolle manier om met kunstwerken om te gaan.
Daarom staat aan elke ingang dat de kunstwerken niet aangeraakt mogen worden. Er komen binnenkort ook bordjes bij elk kunstwerk, met duiding en een reminder dat je het niet mag aanraken. Onze erfgoedbewakers spreken de mensen er ook over aan en geven uitleg. Gelukkig begrijpen de meeste bezoekers dit dan.
Aanraken alsjeblieft
Om toch in te spelen op de behoefte om kunst aan te raken, onderzoeken we wat wél kan. Zo experimenteerden we een tijdje met de Museumvinger, waarbij bezoekers onder begeleiding van een gids met één vinger de beelden mogen aanraken. Dit bleek helaas verwarrend voor andere bezoekers, die dat niet mochten en hierop werden aangesproken.
Aan het onthaal in het kasteel kon je ook educatieve koffertjes opvragen, met stalen van alle materialen waaraan je mag voelen. Zo kon je bij elk werk de materialen voelen zonder de kunstwerken zelf aan te raken.
Er zijn gelukkig ook een aantal werken die je gewoon móét aanraken en zelf beleven. Denk maar aan de Tennismuur van Ann Veronica Janssens, Roman Signers Projet pour un jardin en de One minute sculpture van Erwin Wurm, waar je zelf de sculptuur mag zijn.
We werken ook aan de ontwikkeling van het stuk museum langs de kant van het ziekenhuis. Daar creëren we een aparte plek waarin we de relatie onderzoeken tussen kunst, natuur en mentaal welzijn. Op dat stuk komen later wellicht meerdere kunstwerken die je wél mag aanraken.