Skip to main content

Dieren in het museum

Het kunstpark door de ogen van een natuurfotograaf

22 February 2024

Je hoort ze vaak, maar ziet ze niet altijd. Dus vroegen we aan natuurfotograaf Kurt De Meulemeester om de dieren en vogels in het kunstpark in beeld te brengen. Vijf keer kwam hij langs, vijf keer leverde het prachtige beelden op. Hoe beleefde hij de sessies?

Hoe was het om in een museum te fotograferen?

Bijzonder aangenaam, een hele eer om dit te mogen doen. Ik kwam langs op momenten dat het museum gesloten was voor publiek, zodat de dieren zo weinig mogelijk verstoord werden. Zo had ik het park voor mij alleen.

Bij mijn eerste sessie al, in april vorig jaar, was het meteen raak. Mijn allereerste waarneming was een bosuil. Dat had ik totaal niet verwacht, om die zo dicht bij een drukke stadsomgeving te vinden. Maar de bosuilen hebben het er goed blijkbaar, want ze hadden drie jongen.

’s Morgens had ik één van de ouders gespot. Dus ben ik ’s avonds teruggekomen om die te fotograferen in het donker, tegen het maanlicht. Dat is misschien wel een van de mooiste foto’s die ik er heb gemaakt.

 

Het museum is natuurlijk geen natuurreservaat. Viel je iets bijzonders op?

Ik verwachtte me aan de typische parkvogels: eenden en ganzen. Die waren er ook. Eekhoorntjes had ik ook wel verwacht, alleen niet dat ze zo talrijk zouden zijn. Het loopt er echt vol! Ik moest dus niet lang zoeken om die in beeld te brengen. 

Wel zijn eekhoorntjes schichtig en schuw. Overdag lopen er veel mensen rond in het kunstpark, soms ook met een hond. Wanneer zo’n eekhoorn mensen ziet dichtbij, vlucht die meteen de boom in. Maar ik heb een paar leuke momenten gehad waarbij ze vrij dicht kwamen over de grond, zodat ik enkele close-ups kon nemen.  

Takkeling (bosuil) © Kurt De Meulemeester
Takkeling (bosuil) © Kurt De Meulemeester
Jonge eekhoorn © Kurt De Meulemeester
Jonge eekhoorn © Kurt De Meulemeester

Je maakte vooral veel foto’s van vogels. Is dat je specialiteit?

De meeste aandacht gaat inderdaad naar vogels. Mijn vader had een opvangcentrum voor vogels en wilde dieren in Merelbeke, het centrum wordt nu gerund door mijn broer. Daar worden vooral veel vogels naartoe gebracht. Zo begon mijn passie. Het is in België ook makkelijker om vogels te fotograferen omdat die talrijker zijn dan eender welke andere soort. Om een wolf in beeld te brengen, moet je al veel geluk hebben. Ook andere zoogdieren zijn minder talrijk en zeer schuw.

Zo ben ik opgegroeid met veel natuur rondom mij. Ik heb veel vogels kunnen observeren van heel dichtbij. Als je er vaak op uittrekt, leer je het gedrag van de dieren en hun plekjes kennen. Ik heb intussen ook de nodige biotoopervaring opgedaan, dat helpt ook om de vogels sneller te herkennen.

 

Maar een museum is een heel andere biotoop dan een natuurreservaat. Hoe ging je te werk?

Dat nieuwe maakte het net zo boeiend. Ik kende het kunstpark niet en was er ook maar kort. Dus moest ik echt beginnen zoeken: waar zit wat? Ik hou me altijd ergens verdekt op en luister naar welke vogel waar zit. Daarna speur ik die af met de verrekijker en sluip ik langzamer dichterbij.

Ik ben standaard gewapend met camouflagepak, verrekijker en fotogerief. Als ik in de buurt ben van de vogel of een ander dier, sluip ik als een paracommando met al mijn materiaal stilletjes dichterbij. Moest ik tijdens de normale openingsuren van het museum rondgeslopen hebben, zou de politie wellicht heel wat verontrustende telefoontjes hebben gehad. Want zo’n camouflagepak en een lange telelens, daar zouden verraste bezoekers al eens van kunnen schrikken.

 

Sommige kunstwerken hebben felle kleuren of spiegelende oppervlakken. Beïnvloedt dat het gedrag van vogels? Houden vogels van kunst?

Vogels zien kleuren anders dan dat wij dat doen. De felle kleuren gaan hun gedrag dus niet meteen veranderen. Wel kunnen spiegelende objecten de vogels op het begin afschrikken, maar omdat de beelden in het kunstpark er al zo lang staan, treedt gewenning op. Ik heb zelfs enkele foto’s van een winterkoninkje dat op een van de glinsterende structuren van een kunstwerk kwam zitten.

Blauwe Reiger © Kurt De Meulemeester
Blauwe Reiger © Kurt De Meulemeester
Boomklever © Kurt De Meulemeester
Boomklever © Kurt De Meulemeester

Vogelaars moeten vaak vroeg uit de veren om de vogels te spotten. Ging jij ook zo vroeg aan het werk?

Het mooiste moment van de dag is wanneer de zon net opkomt en de natuur tot leven komt. Dat is in de zomer al rond een uur of vijf ‘s ochtends. Ik kom uit het Gentse dus mocht ik van de nachtwaker van het museum de avond ervoor komen, en overnachten in mijn Volkswagen kampeerbusje, dat ik parkeerde aan het kasteel.

Helaas was er net die avond een feestje in het museumcafé. Niet ideaal als je vroeg op moet. Daarom liet de nachtwaker me aan de overkant van de straat logeren. Daar kon ik parkeren midden in het park. Een unieke ervaring! Ik kon toen ook enkele nachtdieren spotten, zoals een egeltje dat mij passeerde.

 

Natuurfotografen moeten veel geduld hebben. Wacht je lang tot je de soort goed ziet, voor de perfecte foto?

Soms moet je inderdaad uren wachten tot er een goede foto komt. Vaak in ongemakkelijke houdingen, zittend of meestal liggend op de grond. Dat was ook nu het geval. Misschien geen uren, maar ik heb soms toch best lang gewacht.

Tijdens mijn laatste fotosessie, in januari, lag er een beetje sneeuw. Ik had enkele roodborstjes in het vizier. Om een goede foto te nemen, heb ik toch een uur op de koude sneeuw gelegen. Ook voor de eekhoorntjes in de herfst heb ik me moeten ondergraven in het dikke bladerpak op de grond, zodat ik op ooghoogte kon fotograferen. Als je blijft rechtstaan, levert dat een minder interessante foto op.

Roodborst © Kurt De Meulemeester
Roodborst © Kurt De Meulemeester
Eekhoorn © Kurt De Meulemeester
Eekhoorn © Kurt De Meulemeester

Je bent vijf keer naar het museum geweest. Welk seizoen vond je het interessantst?

In de vroege lente zijn de vogels op hun mooist. Er zijn dan ook nog niet veel bladeren aan de bomen, je hebt dus veel lichtinval in het bos. Dat licht schijnt dan mooi op de frisgroene blaadjes van het struikgewas en de bloesems. Je ziet de dieren niet alleen makkelijker. Ze zijn dan ook in prachtkleed: de vogels zijn in volle balts, of ze beginnen hun nest al te bouwen. Ze zijn ook heel actief, je hoort ze veel zingen. Echt een topmoment om dan in de natuur te zijn.

 

Dus de lente is het beste seizoen om vogels te fotograferen?

Zeker het makkelijkste en het interessantste. Maar het mooiste seizoen blijft voor mij de herfst. Dan heb je natuurlijk die kleurenpracht van de bomen erbij. Wel zien de vogels er dan wat anders uit. Vanaf de zomer gaan vogels in de rui en wisselen ze hun verenkleed. In de broedperiode is er geen tijd voor het onderhoud van hun verenpak, want dan moeten ze zich bezighouden met het voederen van de jongen. Een vogel kan er dan echt wel lelijk uitzien. De zomer is dus niet de beste periode om vogels te fotograferen.

In de herfst zijn sommige vogels na de rui alweer wat mooier, voor ze de winter ingaan. Bij zoogdieren is dat ook zo. In de winter hebben ze hun dikke vacht terug. Een vos is in de winterperiode veel mooier dan in de zomerperiode. Maar die zal zich misschien niet zo snel laten zien in het museum.  

Soms leiden vogels tot discussie. In je reeks zitten prachtige beelden van halsbandparkieten, maar dat zijn exoten en niet iedereen houdt daarvan. Hoe ga jij om met slechte reacties als je zo’n foto’s post?

Voor mij is een vogel een vogel. Exoot of niet. Ik probeer de schoonheid vast te leggen. Die groene halsbandparkieten tussen de roze en witte lentebloesems leverden heel mooie beelden op. Maar ik snap de problematiek wel. Deze soort is tamelijk invasief. Ze pikken nestholtes in van onze inheemse soorten zoals de spechten. Daarom zijn ze niet altijd geliefd.

Wanneer ik mijn foto’s deel, probeer ik die altijd te voorzien van duiding. Deze week nog postte ik een foto van zwarte zwanen. Ik schreef erbij dat het voor Europa een invasieve exoot is, en dat deze zwanen dus niet beschermd zijn. De reactie daarop was verrassend: mensen vonden het net schandalig dat zo’n mooie vogel zomaar bestreden kon worden!

 

We organiseerden vorig jaar een vogelrondleiding met Begijn Le Bleu. Hij vertelde dat sommige exotische vogelsoorten inderdaad niet beschermd zijn. Ook toen leverde dit verontwaardiging op. 

Het ligt maatschappelijk gevoelig. Voor mensen die weinig afweten van de natuurlijke ecosystemen, is elk dier een dier als een ander, en heeft elk dier recht op leven. Daar kan ik zeker inkomen. Maar een natuurbeschermer kijkt naar het grotere geheel, naar het brede ecosysteem en hoe dit evolueert. Exoten kunnen het hele evenwicht verstoren, en dan wordt het gevaarlijk.

Een typische exoot die je in veel parken tegenkomt, ook in het museum, is de nijlgans. Die kweken echt als konijnen! Dat geeft echt wel problemen, vooral in onze natuurgebieden. Dan zal een natuurconservator die soort proberen te verjagen, om de inheemse soorten te beschermen. Maar in het museum valt dat wel mee.    

Halsbandparkiet © Kurt De Meulemeester
Halsbandparkiet © Kurt De Meulemeester
Halsbandparkiet © Kurt De Meulemeester
Halsbandparkiet © Kurt De Meulemeester

Vroeger trok ik zelf graag rond met de verrekijker om vogels te observeren. Ik was ontzettend blij toen ik eindelijk mijn eerste wielewaal zag. Dat heeft jaren geduurd. Is dat makkelijker voor een professional?

De wielewaal is inderdaad een hele lastige om te spotten. Onlangs was ik met Begijn Le Bleu in een opname van Plattelandstv. In de rubriek ‘Pechvogel’ gaf ik de wielewaal op. Omdat je gewoon al heel veel geluk nodig hebt om die vogel te kunnen zien. Maar die dan nog perfect fotograferen is zo goed als onmogelijk. Ik heb er wel foto’s van, maar nooit zoals ik ze zou willen.

 

Vaak ontwikkelen fotografen een bepaalde visie. Heb je zelf een boodschap die je meegeeft aan je volgers?

Ik probeer zoveel mogelijk het ethische fotograferen te promoten: foto’s maken zonder de natuur te verstoren. Daarnaast probeer ik mensen iets bij te brengen over natuurbescherming. Niet alleen weetjes over de vogels, maar ook dat elk dier zijn eigen nuttige functie heeft in de natuur.

Veel mensen houden niet van kraaien, eksters of kauwen. Zeker niet als ze in de tuin de lieve meesjes komen pakken, of hun voedsel opeten. Maar we vergeten vaak dat zij heel belangrijk zijn voor de groei van onze fruitbomen. Als je die vogels zou uitroeien, zouden we geen fruit meer hebben. Er is altijd een natuurlijk evenwicht, elke soort heeft daarin zijn rol. Daarom probeer ik elke soort in beeld te brengen. Ook de minder geliefde.

 

Om af te sluiten: heb je misschien een tip voor hobbyfotografen?

Zoals ik al zei, het makkelijkste seizoen om de vogels goed in beeld te brengen, is de vroege lente. Maar misschien nog belangrijker: focus niet te veel op de instellingen van je camera. Probeer gewoon de natuur te voelen. De mooiste foto’s krijg ik zelf als ik me volledig kan ontspannen, en helemaal één word met de natuur. Laat je dus niet afleiden door je smartphone, zet je verstand op nul en ga helemaal op in de natuur. Dan kom je helemaal tot rust, en zo komen de mooiste foto’s vanzelf.

Over Kurt De Meulemeester

Kurt De Meulemeester werkt als dossierbeheerder bij Agentschap Natuur & Bos. Na de uren brengt zijn passie hem naar de natuur als natuurfotograaf. Kurt kwam vijf keer langs in het museum, tussen april 2023 en januari 2024.

 

Interview door Cédric Raskin op 9 februari 2024

Kauwen © Kurt De Meulemeester
Kauwen © Kurt De Meulemeester
Konijn © Kurt De Meulemeester
Konijn © Kurt De Meulemeester