Het zotte geweld
Vlaams Topstuk vol levenslust
Wie kent haar niet, Het zotte geweld (1912) van Rik Wouters? De vrolijke naakte danseres zwiert uitbundig haar armen in de lucht en trekt hoog haar been op voor een monumentale danspas. Het bronzen beeld is een en al levenslust. Geen wonder dat het zo'n publiekslieveling is. Veerle Meul, hoofd collecties, brengt het verhaal achter dit Vlaams topstuk.
Een vrolijk dansende Nel
Rik Wouters (1882-1916) maakte Het zotte geweld in 1912. In zijn veel te kort leven gaf hij blijk van een enorm talent. De schilder, beeldhouwer en tekenaar liet een uitgebreid oeuvre na van 170 schilderijen, 35 sculpturen, 50 etsen, 40 pastels en 1500 tekeningen. Het maakt hem een onmiskenbare vertegenwoordiger van de Moderne Kunst in België.
Vaak portretteerde Wouters zijn echtgenote Hélène Duerinckx. Hij noemde haar lieflijk Nel. Zij stond ook model voor Het zotte geweld. Voor de Vlaamse Topstukkenraad is dit kunstwerk ’zeldzaam en onmisbaar’ omdat het de eerste en enige keer was dat Wouters zich aan zo’n dynamisch beeld waagde. Hij tastte daarbij de grenzen van het evenwicht en de zwaartekracht af. Dat maakt dat het beeld vol vitaliteit en levenslust zit. Het is ook heel expressief geboetseerd, je ziet de vingers van de kunstenaar in het brons.
Wouters wordt beschouwd als een spilfiguur van het fauvisme in België. Deze beweging in de schilderkunst, een afgeleide van het expressionisme, kenmerkt zich door het wilde en levenslustige van les fauves: de wilden, de beesten. Dit beeldhouwwerk drukt diezelfde expressieve levenslust en wildheid uit.
Inspiratie uit de moderne dans
Voor dit werk haalde Rik Wouters zijn inspiratie uit een dansvoorstelling van ballerina Isadora Duncan, een van de grondleggers van de moderne dans. Hij zag haar, samen met Nel, in 1907 in de Muntschouwburg, waar ze op blote voeten de Skythendans uitvoerde.
Wouters probeerde die wilde dans achteraf in één bevroren moment vast te leggen, uit het geheugen, maar het lukte maar niet. Dus vroeg hij zijn vrouw als model. Uiteindelijk werkte hij er wel drie jaar aan. Urenlang moest Nel daarvoor een ongemakkelijke en verwrongen pose aannemen. Dat vond ze zelf ook niet altijd eenvoudig.
“Dit zou met een beroepsmodel nooit zijn gelukt”, schreef Nel. “Je zou nooit een model zo ver kunnen krijgen om zo lang deze pose aan te nemen, waarbij alle spieren zich zo moeten spannen. Elke poging vergt van mijn spieren al hun elasticiteit. Wanneer ik ook maar even diep in- en uitadem, vallen mijn armen al vanzelf slap van vermoeidheid. (…) Wanneer het poseren voor de dwaze maagd mij teveel wordt, spoor ik Rik soms aan om te schilderen.”
Dansen in open lucht
Wouters maakte voor dit werk eerst een model van klei op een ijzeren structuur. In 1912 goot hij dit in het brons. Na een tentoonstelling in Antwerpen in 1920 kocht het KMSKA het tweede exemplaar van Het zotte geweld aan. Toen het Middelheimmuseum de deuren opende in 1950 werd het werk er opgesteld, als een zogenaamde ‘permanente bruikleen’ van het KMSKA aan het kunstpark.
Volgens de notities van Nel is het kunstwerk speciaal gemaakt voor de openlucht, waar het een eigen ruimte van 20m³ opeist. Het bronzen beeld komt inderdaad uitstekend tot zijn recht in het kunstpark, en krijgt binnenkort zelfs een nieuwe plaats in het museum, op Hortiflora. Het beeld wordt regelmatig met zorg gewassen. De restaurator brengt ook telkens een waslaag aan om het brons en de patina goed te beschermen.
Nieuwe collectiepresentatie
In 1962 schrijft Nel Wouters aan het museum dat ze was geschrokken van de presentatie van het werk: de sokkel was veel te hoog! Plat op de grond vond ze ook niet goed. Ze schrijft dat het levensgrote beeld was gemaakt op ooghoogte van de kunstenaar, en dat het dus best op een voetstuk van 40 cm werd geplaatst. Zo kon “het hoofd sneller praten met het hart van de toeschouwer”.
Bij de nieuwe collectiepresentatie volgt het Middelheimmuseum de wens van Nel. Het werk komt nu op een veel lagere sokkel, van 40 cm hoog. Waardoor het meesterwerk nog beter het hart kan raken van al wie haar bewondert.
Dwaze maagd
We kennen dit kunstwerk vandaag als Het zotte geweld maar de originele titel is Vierge Folle (Dwaze maagd). Het beeld is genoemd naar een Frans toneelstuk van Henry Bataille waarin een jonge vrouw, de dwaze maagd, verliefd wordt op een oude getrouwde man en bij hem hevige emoties uitlokt. Zijn trouwe echtgenote is in dit wat belerende stuk de grote heldin. Wouters keert de rollen om in zijn kunstwerk, en maakt net de jonge, vrijpostige vrouw tot zijn heldin. Ook dat maakt dat het kunstwerk in zijn tijd erg ‘modern’ overkwam.
Vreugde en catastrofe
Het werk straalt dan wel een ongeremde blijdschap en levenslust uit, dit staat in scherp contrast met de drama’s die volgden nadat hij het werk had gemaakt. Want kort daarna brak de Grote Oorlog uit. Het internationale succes van de kunstenaar en van dit kunstwerk werden snel gekortwiekt. Niet alleen door de oorlog, ook door een ziekte die de kunstenaar fataal werd …
Wouters werd tijdens de Eerste Wereldoorlog gemobiliseerd en schreef heel de tijd gedeprimeerde brieven aan Nel. Hij leed aan vreselijke hoofdpijnen. Hij was een van de tienduizenden Belgische vluchtelingen in Nederland en werd mee geïnterneerd in Amersfoort. Pas later, in kamp Zeist, begon hij weer wat te tekenen. De vreselijke hoofdpijn bleek kanker van de bovenkaak. Uiteindelijk overleed de kunstenaar na veel pijnlijke operaties in 1916 in Amsterdam. Hij was toen amper 33 jaar oud.
Het contrast tussen Wouters' korte, dramatische leven en de uitbundige levensvreugde in Het zotte geweld geeft het kunstwerk extra kracht. Het is echt een topstuk dat veel mensen weet te raken in hun hart. Je kan niet anders dan er blij van worden.